Quantcast
Channel: » China
Viewing all articles
Browse latest Browse all 10

Pandaberen in Chengdu

$
0
0
Pandaberen worden in Chengdu gefokt om ze tegen uitsterven te beschermen.

Pandaberen worden in Chengdu gefokt om ze tegen uitsterven te beschermen.

Pandaberen hebben een hoge aaibaarheidsfactor. Dat is vermoedelijk ook de enige reden dat er in de Centraal-Chinese stad Chengdu een wetenschappelijk centrum is ingericht om de zwart-witte dieren tegen uitsterving te beschermen. Want zelf doen ze er maar bitter weinig aan te overleven. In het wild zouden er nog maar zo’n duizend voorkomen, hoofdzakelijk in de
West-Chinese provincies Sichuan, Gansu en Shaanxi.

Het pandacentrum wordt al kilometers van te voren aangekondigd door de affiches, de naamborden en de pandabeelden langs de (hoe kan het anders) Panda Avenue. Het park is ook voor buitenstaanders te bezoeken en daardoor een belangrijke toeristische trekpleister voor Chengdu. En voor het fokcentrum een onmisbare bron van inkomsten.

Het is broeierig warm en er hangt een miezerige mist in het park, waar je aan weerskanten wordt ingesloten door bamboe, het belangrijkste voedsel van de panda. Het is negen uur ‘s ochtends en voedertijd. Na een paar minuten lopen, zie ik een groepje bezoekers met de camera’s in de aanslag. Voor hen een clubje van vier pandaberen die ongegeneerd lui op hun rug hun bamboe liggen te verorberen. Hun bewegingen zijn bijna menselijk, wat de koddige dieren nog aandoenlijker maakt.

Even verderop is de ontroering nog groter: daar rollen de jonge beertjes die een paar maanden geleden zijn geboren naar buiten en hobbelen onhandig in het rond. Een medewerker moet een van de diertjes injecteren en gaat op zijn hurken zitten. De andere pandaatjes rennen op hem af en beginnen hem speels te ‘overvallen’ en te beklimmen. De toeschouwers zuchten van aandoening.

Eigenlijk is de strijd voor het voortbestaan van de panda onbegonnen werk. Het dier is van oudsher een vleeseter en heeft ook nog een maag-darmstelsel dat daarop deels is ingericht. Maar inmiddels heeft het zich ontwikkeld tot planteneter. En dan nog wel van bamboe, het minst voedzame gewas dat er maar bestaat. Hij moet er dus vele tientallen kilo’s per dag van eten en de plaatsen waar zoveel bamboe groeit, worden steeds beperkter in aantal.

Een informatieve film toont de andere gevaren die de panda bedreigen. Het paren in gevangenschap blijkt een heikele zaak. Het vrouwtje heeft er helemaal geen zin in. En als ze het mannetje na diens halfslachtige poging tot toenadering een paar keer een vreselijke veeg in zijn snuit geeft, houdt meneer panda het voor gezien.

Veel van de vrouwtjesberen worden daarom kunstmatig bevrucht. En als dat lukt, laat de film het volgende probleem zien: bij de geboorte herkent de moeder het krijsende, nog compleet kale jong niet als zodanig en mept ze het in paniek een paar keer flink de kooi rond om het stil te krijgen. Eén van de medewerksters vat de moed op de kooi binnen te gaan en het jong eruit te halen. ,,Was u niet bang voor de moeder?”, wordt haar gevraagd. ,,Ik dacht niet aan het gevaar, ik moest alleen maar het jong redden”, antwoordt de vrouw bescheiden lachend.

Sceptici vinden dat de Chinese regering beter haar energie kan steken in het helpen overleven van de panda’s in het wild. Ze wijzen erop dat fokprogramma’s voor dieren in gevangenschap nooit hebben bijgedragen aan het behoud van de diersoorten in kwestie.

Een jonge Israëlische toerist zal de hele discussie worst wezen, hij is gewoonweg dol op de panda. ,,Wat een prachtig dier, het ligt de hele dag op zijn rug zijn bamboe te kauwen, terwijl dat het minst inefficiënte voedsel is. Hij wil zich niet voortplanten, is zo lui als een varken en slaapt de hele dag. Dit dier is geboren om uit te sterven. En het leukste is: het kan de motherfucker geen ene reet schelen! Morgen ga ik weer kijken.”



Viewing all articles
Browse latest Browse all 10